Met de rug naar Brabant en het gezicht naar Zeeland (vervolg)
In BN DeStem van zaterdag 27 mei stond een bericht over de verschijning van een eigen Capitoolgids voor Zeeland. In dat artikel citeert de journalist de heer Verheyden van de Hogeschool voor Toerisme in Breda. Deze noemt zwakke punten van Zeeland en merkt op: “In Zeeland is weinig cultuurtoerisme. Er zijn weinig musea en te weinig grote festivals.” In Bergen op Zoom leeft al langer het besef dat de historische binnenstad met haar talrijke monumenten en als parel het Markiezenhof uitkomst zou kunnen bieden voor Zeeland waar te weinig slecht-weer-accommodaties zijn. Het blijft vooralsnog bij goede voornemens en hier en daar een stapeltje folders.
De vooraankondiging betrof het ‘Zeeland Nazomer Festival’ dat dit jaar al weer voor de zesde keer wordt gehouden en vorig jaar werd uitgeroepen tot het ‘beste regio-evenement van Nederland’. Het gaat hier om het enige theaterfestival in het land dat zich toelegt op het zelf maken van theater. In eigen beheer ontwikkelt het toneel-, muziektheater- en operaproducties voor bijzondere locaties in het Zeeuwse land. Bergen op Zoom met haar muziek- en toneeltraditie zou moeten onderzoeken of zij als ‘grensgemeente’ aan kan sluiten bij dit festival.
Met enig speurwerk zijn er vast meer activiteiten en thema’s waarop Zeeland en Bergen op Zoom elkaar op toeristisch en kunstzinnig gebied kunnen versterken. Denk hier bijvoorbeeld aan samenwerkingsinitiatieven met De Vleeshal (moderne kunst) in Middelburg, Maritiemmuseum in Vlissingen en het Provinciaal Museum in Middelburg.